500 jaar geschiedenis

De Laurenskerk het -enige nog resterende laatgotische gebouw uit het van oorsprong middeleeuwse Rotterdam.

De Grote- of Sint Laurenskerk, in de volksmond eenvoudig de Laurenskerk of Laurens genoemd, is van oudsher de ‘hoofdkerk’ van Rotterdam. Gebouwd tussen circa 1449 en 1525, is de Laurenskerk het enige nog resterende laatgotische gebouw uit het van oorsprong middeleeuwse Rotterdam.

Voor velen staat de Laurenskerk symbool voor de geschiedenis van Rotterdam. Zo kon men in de middeleeuwen het Rotterdamse stadsburgerschap kopen door 3000 stenen bij te dragen aan de bouw van de toren. De beelden van de zwaar getroffen kerk in de Tweede Wereldoorlog en haar wederopbouw nadien werden symbool voor de lotgevallen van de stad en haar bewoners.


In 1300, wanneer Rotterdam niet veel meer is dan een drassig stuk land met een handvol huizen rond een dam, staat er al een kerkje op de plek waar nu de Laurenskerk staat. De kleine nederzetting aan de Rotte groeit en bloeit en deze kerk is al snel te klein. In 1449 wordt besloten tot de bouw van een nieuwe, grote kerk met een indrukwekkende toren. De Laurenskerk is gebouwd door en voor de stad Rotterdam. Het stadsbestuur eist van nieuwe inwoners dat zij drieduizend bakstenen voor de bouw van de kerk afdragen. De toren staat in het begin nog los van de kerk omdat er tussen kerk en toren nog een watertje stroomt.

1449


In 1461 verleent het hoogheemraadschap van Schieland toestemming voor het dempen van de Slikvaart, waarna de kerk en toren op elkaar aangesloten worden. Rond augustus 1465 wordt een deel van de kerk, het schip, al ingewijd en in gebruik genomen. In 1550 is de bouw zover gevorderd dat ter hoogte van de overgang tussen tweede en derde geleding twee luidklokken opgehangen kunnen worden. Eén daarvan is een oude klok, namelijk de Laurenciusklok, gegoten in 1461. Deze is 1.70 meter in omvang en weegt bijna 3000 kilo. In 1525 is de bouw van de Laurenskerk gereed.

1525


De Reformatie is de naam voor de nieuwe denkbeelden over het christelijk geloof die in de zestiende eeuw in zang komen. Protestante ideeën veroveren dankzij de invoering van de drukpers grote delen van Europa. In Nederland wordt het protestantisme de nieuwe officiële godsdienst. De Laurenskerk blijft gespaard tijdens de Beeldenstorm en verloopt rustig en weloverwogen. Kostbare voorwerpen, zoals het kerkzilver, worden verkocht. Alles wat aan het Roomse geloof herinnert, wordt weggehaald: schilderijen, beelden en het hoogaltaar. De Laurenskerk wordt pas echt leeg in 1795 als tijdens de Franse overheersing de scheiding van kerk en staat wordt ingevoerd. Alle wapenschilden en rouwborden met wapens worden dan ook verwijderd.

1572


In 1621 wordt de toren voorzien van een sierlijke spitse houten bekroning van de Amsterdamse architect Hendrick de Keyser. De houten torenspits houdt het niet lang vol en wordt in 1646 weggehaald vanwege houtrot.  Na de ervaringen met de houten spits wordt besloten tot de bouw van een stenen bekroning van de toren. In 1650 dreigt de toren om te vallen vanwege de nieuwe zware stenen geleding. Tijdens de avonddienst waait een zuidwesterstorm en er vallen stukken steen en kalk naar beneden. De Rotterdamse meester-metselaar Claes Persoons laat lange palen heien naast de fundering van de toren. Door liggende balken in de voet van de toren te plaatsen en met houten wiggen vast te zetten wordt de toren teruggekrikt. Het carillon met 35 klokken van de beroemde klokkengieter François Hémony wordt geïnstalleerd in 1661.

1621


Op 14 mei 1940, tijdens de Tweede Wereldoorlog, wordt Rotterdam zwaar gebombardeerd, en de Laurenskerk vat vlam en is zwaar beschadigd. De toren valt gedeeltelijk in. De Laurenskerk wordt als een van de weinige gebouwen in Rotterdam herbouwd en gerestaureerd in oorspronkelijke staat. De eerste steen wordt op 19 mei 1952, op opbouwdag, gelegd door Prinses Juliana. De kerk is vervolgens in delen in gebruik genomen. In 1959 is het transeptgedeelte gereed en in 1962 het koorgedeelte. Op 15 december 1968 is de restauratie van de Laurenskerk klaar.

1940


Bij het bombardement blijven de orgels niet gespaard. Toen in 1952 besloten werd tot herbouw van de kerk, is per kerkdeel een nieuw orgel gerealiseerd. Eerst werd het transeptorgel voltooid, vervolgens het koororgel en in 1973 het grote hoofdorgel. Dit hoofdorgel is het grootste orgel van Nederland en één van de grootste volledig mechanische orgels ter wereld. Het heeft  85 stemmen en 7600 pijpen. De grootste pijpen zijn 11 meter lang. Het orgel is zo groot dat de organist een eigen kamertje met piano en een toilet in het orgel heeft. Het orgel is gebouwd door de firma Marcussen & Son uit Denemarken. Het is feestelijk in gebruik genomen op 8 december 1973 in aanwezigheid van prins Claus.

1973


Eind jaren zeventig ontstaat er behoefte aan facilitaire ruimtes. Architect Wim Quist krijgt de opdracht voor een uitbreiding. Hij ontwerpt vijf met zwart natuursteen beklede kubussen. Plaats en schaal van de vrijwel geheel gesloten kubussen sluiten aan op de zijgevel van de kerk waarmee ze door glazen tussenstukken verbonden zijn. Ook de kubussen onderling zijn door glazen tussenleden verbonden zodat de kerkramen zichtbaar blijven. De aanbouw is gereed in 1981 en worden, net als de kerk zelf, ook aangewezen als Rijksmonument. Vanwege de moderne minimalistische uitstraling zijn ze door sommigen gehaat maar door velen geliefd omdat zij niet concurreren met het kerkgebouw zelf.

1981


De Stichting Laurenskerk wordt opgericht in 1989 en de kerk krijgt een multifunctionele functie. Naast kerkdiensten vinden er evenementen en culturele programmering plaats. Met de opbrengst hiervan wordt het onderhoud en de openstelling van het monument gefinancierd. De Laurenskerk blijft tot de dag van vandaag, als oudste gebouw van Rotterdam, een belangrijke locatie voor culturele evenementen, concerten, herdenkingen en religieuze diensten. Het gebouw is een symbool van de veerkracht en geschiedenis van Rotterdam.

Heden